zondag 23 maart 2008

Karel

Het was een mooie zomer, zoals alle zomers als ik er aan terugdenk. Ik was toevallig een zomer veel thuis en dat was ook al heerlijk. Ik zie een blauwe lucht en groene velden en allemaal bomen, slootjes en madeliefjes. Ik zie mezelf met stokken gooien en tennisballen, want ik had Aïda toen, mijn Duitse herdershond. De kinderen in de buurt kwamen altijd aanbellen om te spelen met mijn kids, maar ook om gewonde en zieke dieren bij me te brengen en dan moest ik een oplossing verzinnen. Zo heb ik eens een muisje dood moeten maken, omdat die al helemaal uit elkaar lag, doordat een kat hem gebeten had. Vreselijk was het, maar ja het moest. Op de school van mijn kids hielp ik als ouderraadlid, leesmoeder, en voor allerlei andere hand- en spandiensten was ik ook altijd te vinden. Ik “ging“ een poosje met meester Henk, de liefste meester van de school. Henk had ook een hond, Vodje, een schat van een bouvier. Op een dag kwam Henk naar mijn huis, hij had een vogel in een kooitje bij zich. De vogel was in het park gevonden, zwaar geblesseerd. Op school kon hij de vogel niet houden, het was een kauwtje, nog niet zo heel oud trouwens, zo te zien. Henk vroeg of de kauw bij mij kon herstellen, omdat ik een tuin had. Er werd gezorgd voor een grotere kooi, een papegaaienkooi. En het geheel werd in de tuin op tafel gezet. Uit de wind en uit de zon. In de dierenwinkel heb ik maden en wormen gehaald, en ander vogelvoer. Karel, zoals het kauwtje heb genoemd, knapte heel snel op, hij was oersterk zo te merken. En hij hechtte heel snel aan mij en ik ook aan hem. De kooi liet ik open vanaf dat hij al aardig geheeld was, zodat hij zelf uit de kooi kon gaan en wegvliegen als hij dat wilde. Wanneer ik zijn kooi verschoonde of hem voerde deed hij me niets. Een kauw is nogal intelligent en ondanks dat het best agressieve vogels zijn, had deze goed door dat ik geen kwaad in de zin had, en zo werden we echt vriendjes. Op een ochtend vond ik de kooi inderdaad leeg. De vogel was gevlogen, het gaf me een snik in mijn hart, maar ik wist dat het het beste was. Het was weer zo heerlijk zonnige zomerdag en zoals gewoonlijk liep ik graag in het park met mijn hond Aïda. Plotseling hoorde ik het geluid van een kauwtje, tsjak-tsjak, en hij fladderde om me heen, voorzichtig kwam hij dichterbij gevlogen en hij ging op mijn schouder zitten. Vanaf dat moment deed hij dat steeds als ik in het park wandelde of de kinderen naar school bracht, ik vond het echt leuk en ik had er nogal wat bekijks mee. Ik werd natuurlijk al vergeleken met een heks. Ook als ik met de fiets was, kwam Karel er aan gevlogen en dan ging hij op het stuur zitten, ik moest dan wel voorzichtiger fietsen, maar het was wel erg leuk, dat vogelvriendje. Elke dag kwam hij me wormen brengen die hij speciaal voor mij had gevonden, ook lepeltjes en dubbeltjes (die waren er toen nog) bracht hij bij me en die legde hij op het muurtje naast de tuin. De wormen hing hij aan de spijlen van zijn kooi. Ik hoefde geen eten meer voor hem te kopen, daar zorgde hij zelf voor. Maar van de meegebrachte wormen heb ik niet gesnoept, die hingen daar te drogen in de zon. Karel wist niet dat ik ze niet lustte. Maar hij leek het me ook niet kwalijk te nemen. Ik draaide in die tijd veel de muziek van Dire Straits, Brothers in arms, en altijd als ik dat nummer liet horen kwam Karel er aan gevlogen. Later zelfs als ik het floot. Karel had een vriendje met wie hij de buurt onveilig maakte, dat was een zwart-witte specht, ik zag ze vaak samen. Maar naar mij toe kwam Karel altijd alleen. Op een avond, ik had de tuindeur en de gordijnen al dicht, hoorde ik gefladder en lawaai tegen de tuindeur. Ik deed open en Karel vloog tegen me aan en klampte zich aan mijn kleren vast, hij bloedde hevig en was blijkbaar aan zijn vleugel en schouder geblesseerd. Ik pakte zijn kooi en heb die in de kamer gezet, de katten moesten even uit de kamer, deur achter hen dicht. Aïda deed niets, die was Karel gewend, Aïda was alle dieren gewend, de schat. Ik pakte handdoeken en legde Karel daarop, met lauw water heb ik hem een beetje gewassen, en gezocht naar zijn verwondingen. Achteraf viel het nogal mee, maar hij kon toch niet echt goed vliegen. Dus weer mocht hij bij me revalideren. In de buurt was Karel al erg bekend, beroemd en berucht. De collega-moeders hingen de was weleens buiten en Karel ging altijd op de wasrekken zitten en kneep de knijpers dan open, waardoor de was op de grond viel, de ondeugd. De moeders kwamen bij mij klagen. Op zondag als de buren in de omgeving visite kregen en lekker in de tuin wilden zitten, met een kopje koffie en taart of andere versnaperingen, dan kwam nieuwsgierige Karel er ook aan, hij was voor niets of niemand bang en een geweldige entertainer. Iedereen zei dat Karel van mij was. Ik sprak dat tegen, ik vond niet dat hij van iemand was, maar dat ik hem alleen maar had opgelapt. Maar Karel was een vrijbuiter en sprong op de tuintafels en jatte de lekkere dingen, hij gooide de kopjes om en pikte de lepeltjes. Ik weet dat hij, omdat hij zo grappig is, gelokt werd met lekkers, hij kon er dus ook echt niks aan doen, dat hij voor de omgeving steeds vervelender werd. Ik moest dus echt een oplossing verzinnen, want omdat hij nergens bang voor was, liep hij ook veel op de grond te huppen (weleens een kraai zien lopen, dat is zo grappig!!!). Hij zou zo aangevallen kunnen worden door katten en honden, wat waarschijnlijk ook al gebeurd was, omdat hij weer gewond was. In Rotterdam Zuid was een vogelklas van Karel Schot waar iemand me over vertelde en ik heb toen daarnaar gebeld. Ik kon Karel komen brengen, hij zou dan eerst in een klasje komen, waar hij weer aan andere vogels moest wennen, dan kon hij naar een klas (en de klas is natuurlijk een geweldig grote kooi, of volière) waar hij ook zelf voor zijn eten moest leren zorgen, en als laatste zou hij uitgezet worden in Rockanje, in de vrije natuur, weer verwilderd, want bij mij was hij toch voor een groot deel tam geworden. Dus dat heb ik gedaan. Vanmiddag kwam ik thuis en ik hoorde aan de overkant van mijn huis de kauwtjes tegen elkaar lawaaien, het geluid is me nog altijd even lief, omdat het me aan Karel doet denken, elke keer weer, en aan de mooie zomers toen. Karel zal allang niet meer leven, een kauwtje wordt ongeveer 10 jaar, maar nog altijd zou ik willen dat een kauwtje op mijn schouder komt zitten.

www.vogelklas.nl
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kauw

Loslaten betekent niet laten vallen, maar iemand de kans geven om op eigen benen te staan.
*

Geen opmerkingen:

Een reactie posten