zondag 30 maart 2008

Hoofdstuk VIJFTIEN


Ondertussen maakten de ouders van de zes kampeerders zich grote zorgen, omdat het zo'n noodweer was geworden. Afgezien van het feit dat de jonge avonturiers zijn gaan kamperen in de buurt van het zo gevreesde zwarte kasteel, waren de ouders meer ongerust over de gevolgen van het weer.
Door de onherbergzaamheid van de landschap was het niet mogelijk om met auto's in de buurt van het kasteel te komen. De ouders van Alaïs en van Thomas riepen de anderen bij elkaar om te overleggen, wat ze het beste konden doen.
De vader van Thomas zei: "ik heb vertrouwen in onze kinderen, maar we zullen paraat moeten staan, om in te grijpen als ze ons nodig hebben. Mijn voorstel is dus om een soort wachtdienst in te stellen. Hebben jullie kinderen allemaal een gsm bij zich?"
Een gemompel volgde, het bleek dat alle kinderen wel hun telefoon bij zich hadden, maar dat er op geen enkele oproep van een van de ouders gereageerd werd. Hierdoor werden de ouders natuurlijk nog ongeruster. Opnieuw werden er pogingen gedaan om de kinderen te bereiken, maar zonder resultaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten