vrijdag 28 maart 2008

Hoofdstuk ACHT


Dicht bij elkaar liepen ze de grote trap op die naar de toegangsdeur van het kasteel leidde. De grote zware eiken deuren, met het ijzeren beslag dook dreigend voor hen op. De rechterdeur stond op een kier. Thomas duwde de deur een beetje verder open, de deur bewoog krakend en met een snerpend geluid week de deur zodat zij naar binnen konden, een voor een, achter elkaar als ganzen in de pas, schuifelden ze naar binnen. Er vloog iets langs hun hoofd, een vleermuis misschien. Toen stonden ze naast elkaar in de grote hal van het kasteel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten