zaterdag 29 maart 2008

Hoofdstuk TIEN

Maar verleid door de uitnodigend gedekte tafel, met al dat lekkers, vermanden ze zich, en stootten elkaar aan, zo van "kom op joh, niets aan de hand". Nog altijd een beetje onzeker liepen ze naar de tafel en namen plaats. Thomas en Sophie waren de eersten die iets te eten pakten. En toen de anderen dat zagen, hielden ze zich ook niet meer in en vulden ze hun borden met het heerlijke eten, en deden ze zich tegoed aan het drinken en de overdaad.
Thomas keek eens om zich heen, terwijl hij zijn mond weer volpropte met een lekker stuk chocoladetaart, rechts achter in de hoek van de hal was het een beetje donkerder, de hal zelf was verlicht met houten luchters aan het plafond, waarop grote druipende kaarsen stonden te branden. Het licht van de kaarsen gaf vreemde schaduwen op het plafond en de muren, de hoeken werden extra mysterieus.
In de donkere hoek zag Thomas een wenteltrap van ijzer, die er vrij gammel uitzag. Het wekte wel zijn nieuwsgierigheid en hij wees Sophie waar de trap was. Het leek of de trap oneindig hoog reikte, waardoor je geen einde kon zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten