woensdag 26 maart 2008

Hoofdstuk VIER



De beheerder van het zwarte kasteel was niet wijlen de graaf, die woonde er toendertijd alleen maar en genoot van de angstige mensen om hem heen. Zijn geest dook op onverwachte momenten op de meest ongelegen gelegenheden uit een donkere hoek uit het niets en joeg de gasten de stuipen op het lijf. De graaf had vreemde handen, op de rug van zijn handen leek de huid zwart geschubd, zijn nagels waren lang en spits en zwart, zijn ogen waren als van een krokodil, ..... of was het meer als van een draak? Zijn grijze haren gloeiden als verbrande kooltjes. Zijn lach was krijsend, en hij lachte vaak.
De beheerder was een gemoedelijke dikke kalende man. Hij heette Dragondo Sovtski. Het was vreemd dat Dragondo geen last had van de vreemde gebeurtenissen in het zwarte kasteel.
Dragondo was een man die heel erg van lezen hield. Vooral van griezelverhalen. Hij hield ook erg van kinderen. Eén keer per jaar in de zomer nodigde hij de kinderen van het dorp uit om te kamperen in de kasteeltuin. Dan vertelde hij verhalen. Hij zei altijd dat hij ze zelf bedacht. Zijn inspiratie kwam van het huis en van de graaf.
De kinderen waren altijd erg onder de indruk, maar hun ouders kenden de geruchten over de Regels, dus hun ouders verboden hun te gaan.
Elk jaar kwamen er minder kinderen kamperen. Een vast kliekje van ongeveer 6 kinderen wist elk jaar een smoes te verzinnen en ging stiekem toch.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten