vrijdag 18 april 2008

Een huis?


Onzeker reed ze over de dijk, zoekend tuurde ze door de dichte mist, het was al donker, en dat maakte het zoeken nog moeilijker. Blijkbaar reed ze de oprit voorbij want op het bordje langs de weg stond een heel ander huisnummer, te ver, de huisnummers waren te laag. Terug, keren op de donkere mistige dijk, ze zou te laat komen, en daar hield ze niet van. Het maakte haar nog onzekerder. Voorzichtig stak ze heen en weer om de auto te keren, zonder meteen de dijk omlaag te rollen en ze reed zoekend terug, auto’s raasden haar voorbij alsof er helemaal geen mist was, alsof de dijk niet smal was en het donker hen niet kon deren. Toen ze het eindelijk gevonden had, draaide ze de oprit af en reed stapvoets het erf op. Een man kwam haar tegemoet, onderweg had ze al gebeld dat ze later zou komen, het was niet erg. Ze werd ontvangen door een stel van in de 60. Het was een heel gezellig gesprek, haar cognitief aangeleerde sociale gedrag hielp haar door het gesprek. De man nodigde haar uit om het huis te bezichtigen. En haar bevindingen waren, dat zij dit hele aardige en vriendelijke mensen vond, en dat zij daar wel naast wilde wonen. De man leek behulpzaam en mensvriendelijk, en de vrouw knoopte een gesprek met haar aan over haar liefde voor boeken (altijd een goed onderwerp). Ze werd rondgeleid door het huisje, dat de woning naast die van hen was. Het huisje grensde rechtstreeks aan hun huis, het leek een verbouwde en gesplitste boerderij, die zij in 1998 hadden gekocht, zo vertelden ze en waarvan haar gedeelte links was, als je voor het huis stond. Het huisje had een heerlijke uitstraling. Daarvoor had er een gezin gewoond, waarvan oma, in de naastwoning woonde. Dus twee zelfstandige ingangen in een verbouwde boerderij. Het erf bevat allerlei stallen en loodsen, deze mensen hadden uit diverse activiteiten hun inkomen, hadden vroeger een manege en paardenstallen en de zoons hebben die nu. Genoeg plek, genoeg heerlijke ruimte, een hond (waar ze ook zo van hield) en paarden en koeien en kippen en fazanten. Misschien zou ze wel een moestuintje kunnen aanleggen, zo dacht ze. De omgeving was om verliefd op te worden en daar was ze dus wederom ingetrapt, haar eigen verliefdheid. Helemaal gelukkig waagde ze zich weer de dijk op, de mist en de donkerte in. Terug naar haar kamertje waar ze nou al drie maanden zat, met niets anders dan een bed een een tafel. De poezen wachtten haar knorrend op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten